12  Bijlagen

12.0.1 Workflows voor itemontwikkeling

In deze bijlage beschrijven we drie praktijkvoorbeelden van workflows voor itemontwikkeling.

Een itemontwikkelproces door twee docenten

Een coördinator/examinator van de faculteit Aard- en Levenswetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam ontwikkelt en onderhoudt een itembank over het onderwerp Microbiologie. Elk jaar worden ongeveer 60 nieuwe items gemaakt.

  • De coördinator is de itembank gestart op basis van de itembank van de uitgeverij McGrawHill: Prescott’s Microbiology. De structuur van de itembank volgt de hoofdstukken uit dat boek. Die itembank wordt door de uitgeverij geleverd in Word formaat. De docent kopieert de inhoud één voor één naar het online itembanksysteem QMLive.
  • Tijdens het invoeren voert de coördinator een kwaliteitscheck uit: ongeveer 80-90 procent van de items zijn relevant en van goede kwaliteit. De rest van de items verwijdert de coördinator.
  • Een nieuw item maakt de docent eerst in MS Word.
  • Een week voor uitvoering van het cursusonderdeel laat de coördinator nieuwe items reviewen door de uitvoerend docent. Reviewen gaat via MS Word.
  • Op basis van de feedback van de uitvoerend docent past de coördinator het item aan. Hij voert het in het itembanksysteem in.
  • Na afloop van de toets en op basis van de psychometrische analyse past de docent een item direct aan in de itembank voor de volgende jaren.

Het kost de docent ongeveer een half uur om een goed item exclusief feedback te ontwikkelen. De coördinator maakt vooral andere vraagtypes dan meerkeuzevragen, vaak met afbeeldingen. Dat kost relatief veel tijd per item.

Itembank workflow 1.

Itemontwikkelproces samenwerking tussen hogescholen

Toets & Leer was een samenwerkingsverband van zes hogescholen (2012 – 2018) met itembanken voor de onderwerpen Bedrijfsadministratie/boekhouden, Bedrijfseconomie, Belas- tingrecht, Marketing, Management en Recht.

De hogescholen leverden docenten voor de itemontwikkeling. Ze werkten met gesloten beurzen. Op jaarbasis leverden ze 300 per hogeschool. Het werkproces zag er als volgt uit:

  • Een docent ontwikkelt een item en voert dit in het itembanksysteem in. De docent informeert een docent-collega van één van de andere hogescholen, meestal per groepje van items.
  • De collega-docent controleert de items en zorgt voor eventuele wijzigingen en aanvullingen. Aanvullingen en opmerkingen worden in de toetsapplicatie opgeslagen. De collega-docent bericht de oorspronkelijke auteur en deze controleert de wijzigingen.
  • Het item wordt toetstechnisch gecontroleerd door een extern bureau. Eventueel ontvangt de oorspronkelijke auteur een opmerking of een verzoek tot wijziging. Dan volgt hernieuwde controle.
  • Het item in de toetsapplicatie wordt definitief goedgekeurd.
  • Op incidentele basis vindt terugkoppeling plaats op basis van een psychometrische analyse. Idealiter is er een redacteur ingevoegd in het proces. Het kostte in dit geval gemiddeld ongeveer een half uur om een goed item inclusief feedback te ontwikkelen. De meeste items waren meerkeuzevragen (ongeveer 80 procent) en invulvragen (korte tekst of getal, ongeveer 20 procent).

Itembank workflow 2.

Itemontwikkelproces MBO Kennistoetsenbank

De betrokken mbo’s leveren docenten voor de itemontwikkeling. Itemontwikkelaars worden betaald voor vier uur itemontwikkeling per week. Per itembank zijn ongeveer zes tot tien itemontwikkelaars actief.

  • De itemontwikkelaars construeren in een team pre-concept items met feedback, geordend naar zowel het kwalificatiedossier als de Body of Knowledge (BoK). Deze pre-concept items gaan meerdere keren langs meerdere docenten (interne validatie). Labels aan items maken duidelijk welke items nog moeten worden bekeken (metatags). Aanvullingen en commentaar worden bijgehouden in het itembanksysteem.
  • Er vinden maandelijkse face-to-face werksessies met toetsdeskundigen en docenten van de deelnemende mbo’s plaats. Tijdens die sessies bespreken de teams nieuwe items per kwalificatiedossier. Hieruit ontstaan concept-items.
  • De itemontwikkelaar past de conceptitems zo nodig aan. Hieruit ontstaan gepubliceerde items. Vóór publicatie vindt taalredactie plaats.
  • Het aanpassen is een continu proces. Gebruikers kunnen opmerkingen plaatsen bij items die tot aanpassingen kunnen leiden. Bij grote aanpassingen is het mogelijk om opnieuw interne en externe validatie toe te passen.
  • In het itembankproject vindt alleen op incidentele basis terugkoppeling plaats op basis van een psychometrische analyse.

Het kost gemiddeld ongeveer 1 uur om een goed item inclusief feedback te ontwikkelen.

Itembank workflow 3.